Dachi-waza (standen)
Heisoku dachi | voeten gesloten. |
Musubi dachi | hielen tegen elkaar, V-vorm, voeten 90o. |
Heiko dachi | natuurlijke parallelle stand, voeten heupbreedte en naast elkaar. |
Hachiji dachi | voeten schouderbreedte, voeten licht naar buiten wijzend. |
Shizentai | natuurlijke ontspannen stand. |
Kiba dachi | paardezitstand: voeten 2x schouderbreedte, voeten evenwijdig, gebogen knieën. |
Zenkutsu dachi | voorwaartse stand (voorste been gebogen). |
Kokutsu dachi | achterwaartse stand (achterste been gebogen, voeten haaks op elkaar). |
Neko ashi dachi | katstand, als kokutsu dachi, voorste voet op de bal en de voet dichter bij de achterste, 2 voetbreedte tussen ruimte. |
Fudo dachi | gevechtsstand (onbeweeglijke stand, sterk naar alle kanten), gewicht op beide benen (combinatie tussen zenkutsu en kiba dachi) |
Kosa dachi | kruispas, voet achter de andere langs. |
Tsuki waza
Oi tsuki | vorderende vuiststoot, zelfde arm en been is voor. |
Gyaku tsuki | tegengestelde vuiststoot, bijv. linker been voor, rechter arm stoot. |
Kizame tsuki | reikende vuiststoot met voorste arm, heupen draaien half weg. |
Yonhoh nukite tsuki | steekstoot met de 4 vingers. |
Teisho tsuki | stoot met de onderkant handpalm. |
Tate tsuki | vuist vertikaal. |
Morote tsuki | stoot met beide vuisten horizontaal. |
Yami tsuki | stoot met beide vuisten vertikaal, binnenkant vuisten naar elkaar toe. |
Ura tsuki | stoot van onder af {uppercut}. |
Kagi tsuki | hoekstoot voor de borst. |
Hiraken tsuki | vingers ingetrokken, stoot met vingerknokkels. |
Uchi waza
Shuto uchi | slag met de meskant van de hand |
Shuto sakotsu uchi | houthakkersslag met de meskant van de hand van boven naar beneden, bv het sleutelbeen. |
Uraken uchi | slag met de bovenkant van de vuist (knokkels). |
Tetsui uchi | slag met hamervuist (pinkzijde). |
Haito uchi | slag met gedeelte tussen duim en pols. |
Empi uchi | slag met de punt van de elleboog. |
Geri waza
Mae geri | voorwaartse trap met bal van de voet. |
Ma tobi geri | voorwaartse gesprongen trap met bal van de voet. |
Yoko tobi geri | zijwaarts gesprongen trap met zijkant van de voet. |
Mawashi geri | cirkelende trap met bal van de voet (soms wreef). |
Ura mawashi geri | cirkelende trap met de voetzool. |
Yoko geri | zijwaarts stijgende trap met meskant van de voet. |
Kansetsu geri | zijwaartse trap met de zijkant van de voet, o.a. op het kniegewricht. |
Ushiro geri | achterwaartse stampende trap met hiel (recht naar achteren) |
Ushiro mawashi geri | achterwaartse cirkeltrap met de voetzool. |
Fumikomi | naar beneden gerichte stampende trap met meskant van de voet. |
Kakato geri | trap met de hiel, meestal met gestrekt been, van boven naar beneden. |
Kin geri | mae geri met de wreef naar het kruis. |
Hiza geri | stoot met de knie. |
Uke waza
Age uke | opwaartse afweer, verdediging voor het hoofd. |
Soto uke | afweer van buiten naar binnen, eindigt voor het lichaam. |
Uchi uke | afweer van binnen naar buiten, eindigt voor het lichaam. |
Gedan barai | lage afweer. |
Soto gedan barai | tai sabaki, met lage afweer met de buitenste arm. |
Shuto uke | afweer met meskant van open hand. |
Tat shuto uke | gestrekte arm, vingers omhoog, handpalm naar voren. |
Kake shuto uke | gestrekte arm, vingers gesterkt, hand vanuit de pols iets naar voren geplaatst, na de wering pakken. |
Haishu uke | afweer met de handrug. |
Morote uke | afweer met twee armen, 1 arm ondersteunt de ander. |
Kakiwake uke | wering met beide onderarmen (wigblok). |
Nagashi uke | begeleidend weren met de open hand. |
Otoshi uke | wering met onderarm van boven naar beneden {arm onder een hoek}. |
Juji uke | wering met gekruisde vuisten of open handen. |
Sokutei uke | wering met de voetzool. |
Oefen vormen
Kihon | stijltechnische basistraining |
Ippon kumite | 1-stapsgevecht: 1 aanval, 1 verdediging gevolgd door tegenaanval |
Jiyu ippon kumite | 1 stapsgevecht in vrij bewegende vorm, aanval wordt aangekondigd, aanval, verdediging en tegenaanval worden volgens basis uitgevoerd |
Sanbon kumite | 3-stapsgevecht: 3 aanvallen, op de laatste volgt 1 verdediging gevolgd door tegenaanval |
Sanren kumite | 3-stapsgevecht: 3 verschillende aanvallen, 3verschillende verdedigingen, gevolgd door tegenaanval |
Jiyu kumite | vrij gevecht, aanval en verdediging is vrij |
Kata | individuele stijloefening waarbij een gevecht tegen vier tot acht denkbeeldige tegenstanders wordt uitgebeeld. De kata’s hebben een vaste vorm, ze volgen een bepaald grondpatroon en hebben meestal een symboliek (bijv. ‘het fort bestormen, de ruiter te paard, de vlucht van de zwaluw, de kraanvogel, de handen in de wolken, tien handen, 24 richtingen) |
Bunkai | toepassing van de gebruikte technieken in kata’s, men loopt (delen van) de kata met 1 of meer tegenstanders |